U bevindt zich hier:

Wijsheden van de Vissertjes

Lindy heeft nog geen tandjes. Lindy moet eerst Barto groeien. Lindy is nu nog Lindy.

Papa heeft zijn vinger bezeerd en vraagt een kusje aan Barto. Dat krijgt papa. “Is over” zegt papa. “Nee nog niet, papa. Dat komt vanzelf”.

Mama, ik ga mij in de ton verstoppen. Dan moet jij mij gaan zoeken.

Barto kijkt altijd graag toe tijdens het koken en probeert daarbij zoveel mogelijk te leren. Hij vraagt wat er in het pannetje zit. Antwoord: “Dat is sa-saus”. Hij wijst vervolgens naar de theepot en vraagt of het die thee is.

Barto durft niet te “piepen”, rarara, wat bedoelt hij daarmee? Hij durft niet achteruit de trap af te lopen.

Barto is volgens mama al een grote jongen. “Wat wordt ik als ik nog groter wordt?” Vraagt Barto. Hij geeft zelf het antwoord: “Dan word ik brandweerman. Dan mag ik met de brandweermannen in de brandweerauto rijden.” Daarna is het even stil en dan komt er nog een vervolg...
“Moet er wel een zitje in.”

Het gesprek gaat over de lenzen van fotocamera's. Waarop Barto met de volgende mededeling komt:
Oma heeft lenzen. Die zwemmen in haar ogen.

Barto loopt met blote voeten door het huis. Papa noemt hem daarom een blote-poten-Peter.
Barto: “Ik heb geen poten.”
Mama: “Wat heb je dan?”
Barto: “Ik heb pootjes.”

Een zwaar gesprek 's ochtends op de fiets naar het kinderdagverblijf tussen moeder en zoon:

B: Ik wil een keertje trouwen.
Y: Oh, en met wie wil je dan trouwen?
B: Een meisje.
Y: En welk meisje dan?
B: (na een tijdje nadenken) Nina
Y: Heb je al aan Nina gevraagd of ze wel met jou wil trouwen?
B: Nee.
Y: Dan moet je dat eerst maar eens vragen. Misschien wil ze wel met Owen trouwen.
B: Nee, dat kan toch niet. Ze kan toch niet met een jongentje trouwen!
Barto denkt er nog een tijdje over na
B: Misschien wil Nina wel met Alena trouwen.

Voor de geinteresseerden: Nina heeft die zelfde dag nog Ja gezegd. De datum is nog niet bekend.

Barto probeert ook regelmatig uitdrukkingen te gebruiken die eigenlijk nog net iets te moeilijk zijn. Wat vinden jullie van:

Daar klopt iets niet in de haak. (Een samenvoeging van daar klopt iets niet en daar is iets niet in de haak.)

Lindy wil geen kus meer van opa, want “Die heeft zo'n harde vacht”.

We zijn treintje aan het spelen en Barto zit voorop. Papa vraagt: “Waar gaan we naar toe?”

Barto: “Naar tv-kijk-land. Daar hebben de meeste mensen vierkante ogen.”

Ook Lindy wordt inmiddels ouder (bijna 4) en heeft een gesprek over de toekomst met de leidster van de BSO:

Lindy: Ben jij getrouwd?
Marion: Nee
Lindy: Wil jij nog trouwen?
Marion: Nee
Marion: Wil jij nog trouwen dan?
Lindy: Nee
Marion: Waarom niet?
Lindy: Ik wil ballerina worden
Marion: Kan een ballerina niet trouwen dan?
Lindy: Nee, want dan heb je een stekelrokje aan!
Lindy: Wat wil jij later worden als je groot bent?
Marion: Daar moet ik even héél goed over nadenken hoor....
Lindy: Niet te lang, anders ben je al oud en is het te laat!
Marion: schrijfster worden lijkt me leuk
Lindy: Dan ga ik jouw boek kopen en lezen!

Nu Lindy naar school gaat leert ze veel nieuwe dingen en ze deelt die kennis graag met ons tijdens het avondeten:

Lindy: Mama, weet je wat een veulen is?

Yvonne: Nee, wat is dat?

Lindy: Dat is een paard.

Yvonne: Oh, dus zo'n groot paard heet een veulen.

Lindy: Nee, dat is een heel klein babypaardje.

Yvonne: Oh.

Lindy: En weet je hoe het heet als het tussen een veulen en een groot paard in zit?

Yvonne: Nee.

Lindy: Dat is een eenhoorn.